Internationalisering

Leerlingen zijn van nature puur en open minded. Deze onderzoekende en inspirerende houding willen wij stimuleren in een inspirerende leeromgeving. Dit doen wij met enthousiaste medewerkers die wereldburgerschap stimuleren. Vanuit het kijken naar overeenkomsten en met een open blik gaan wij samen met leerlingen op zoek vanuit een internationaal gerichte houding. Wij vullen hierdoor de rugzak van leerlingen met een schat aan bagage, waarbij ieder mag laten zien wie hij is. Het ondervinden van tegenslag en/of weerstand is voor ons geen reden om op te geven.

Internationalisering gaat op de Troubadour over:

• International Mindedness
• Nadenken over jouw beeld van de wereld
• Niet alleen over zoeken naar verschillen, maar zoeken vanuit overeenkomsten
• Meer dan de 5F’s (Flags, Fashion, Food, Festivals en Famous People)
• Jouw houding en mission statement  
• Wie je bent / wilt zijn
• Wereldburgerschap
• Zonder oordeel kijken naar (growth mindset)
• Internationaal zijn vs. internationaal gericht zijn
• Bijdragen aan een betere, mooiere wereld

Hoe geven wij en inhoud vorm aan deze visie?

Samen willen wij de volgende persoonlijke doelen bij leerlingen stimuleren middels internationalisering:

• Onderzoek (‘we proberen meer te weten te komen’)
• Aanpassingsvermogen (‘we kunnen dingen op verschillende manieren doen’)
• Volharding (‘we kunnen een taak tot het einde volhouden’)
• Moraliteit (‘we proberen juiste beslissingen te nemen’)
• Communicatie (‘we kunnen delen met anderen’)
• Bedachtzaamheid (‘we kunnen nadenken over ons leren’)
• Samenwerking (‘we kunnen samen leren en spelen’
• Respect (‘we geven om anderen en om onze omgeving’)

Elk persoonlijk doel is uitgesplitst in subdoelen. Deze worden hieronder opgesomd.

Onderzoek

• in staat te zijn onderzoekende vragen die betrekking hebben op het studiegebied te stellen en te overwegen
• in staat te zijn naar aanleiding van deze vragen onderzoek te plannen en uit te voeren
• in staat te zijn uit hun onderzoek betrouwbaar bewijsmateriaal te verzamelen
• in staat te zijn uit dit bewijsmateriaal verdedigbare conclusies te trekken
• in staat te zijn deze conclusies aan bredere kwesties te relateren

Aanpassingsvermogen

• kennis te hebben van een groot aantal denkbeelden, culturen en tradities
• in staat te zijn de denkbeelden, culturen en tradities van anderen te overwegen en te respecteren
• in staat te zijn met onbekende situaties om te gaan
• in staat te zijn een taak met zelfvertrouwen te benaderen
• in staat te zijn nieuwe rollen, ideeën en strategieën voor te stellen en te onderzoeken
• in staat te zijn een evenwicht te vinden tussen conventionele ideeën en flexibelere manieren van denken
• in staat te zijn zich in verschillende situaties op zijn/haar gemak te voelen

Volharding/veerkracht

• in staat te zijn aan een opdracht te werken totdat deze af is
• in staat te zijn met teleurstellingen om te gaan als zij niet in hun activiteiten slagen
• in staat te zijn het opnieuw te proberen als iets niet lukt

Moraliteit

• kennis te hebben van de morele kwesties met betrekking tot het studieonderwerp
• kennis te hebben van andere morele standpunten en deze te respecteren
• in staat te zijn hun eigen morele standpunten te ontwikkelen
• in staat te zijn naar hun eigen morele standpunten te handelen
• in staat te zijn beweegredenen aan te geven voor hun daden

Communicatie

• in staat te zijn duidelijk te maken wat zij bedoelen door gebruik te maken van passende verbale en non-verbale communicatievormen
• in staat te zijn diverse middelen en technieken te gebruiken als hulpmiddel bij hun communicatie
• in staat te zijn in meer dan één taal te communiceren
• in staat te zijn in verschillende contexten en met verschillende soorten publiek te communiceren

Bedachtzaamheid / Zorgzaamheid

• in staat te zijn kwesties die naar voren komen tijdens hun studie te onderkennen en te overwegen
• in staat te zijn diverse denkvaardigheden te gebruiken voor het oplossen van problemen
• in staat te zijn andere standpunten te overwegen en te respecteren
• in staat te zijn conclusies te trekken en hun eigen standpunten te ontwikkelen
• in staat te zijn terug te kijken op wat zij geleerd hebben en welke implicaties dit heeft voor hun eigen leven en dat van anderen
• in staat te zijn hun eigen sterke en zwakke punten te herkennen
• in staat te zijn manieren aan te geven, en daarnaar te handelen, om hun sterke punten te ontwikkelen en hun zwakke punten te overwinnen

Samenwerking

• te begrijpen dat verschillende mensen verschillende rollen in groepen hebben
• in staat te zijn, afhankelijk van de behoeften van de groep en van de activiteit, verschillende rollen aan te nemen
• in staat te zijn naast en samen met anderen te werken om activiteiten te ondernemen en bepaalde doelen te bereiken

Respect

• kennis te hebben van de verschillende behoeften van mensen, andere levende wezens en de omgeving
• in staat te zijn respect te tonen voor de verschillende behoeften van mensen, andere levende wezens en de omgeving
• in staat te zijn overeenkomstig de verschillende behoeften van mensen, andere levende wezens en de omgeving te handelen